Valincidenten komen vaak voor bij ouderen en zijn een belangrijk geriatrisch probleem (Schoon et al 2008, Verhaar et al 2007, WHO 2007). De meeste valincidenten doen zich voor bij een nog steeds toenemende groep ouderen, waarbij de incidentie van valpartijen toeneemt met de leeftijd. Behalve de hoge incidentie van valpartijen is ook de incidentie van valgerelateerde letsels zorgwekkend. We spreken van lichte, matige en ernstige valgerelateerde letsels (Halfens et al 2007-2014). Lichte letsels zijn letsels waarbij geen medisch consult noodzakelijk is, bijvoorbeeld een blauwe plek of een schaafwond. Matige letsels zijn letsels waarbij een medisch consult noodzakelijk is, bijvoorbeeld het lijmen of hechten van een wond. Ernstige letsels zijn letsels waarbij een medisch consult noodzakelijk is, en soms zelfs opname in het ziekenhuis vereist is, bijvoorbeeld een heupfractuur of sommige hoofdtraumata. Valincidenten kunnen dus aanzienlijke fysieke gevolgen hebben. Daarnaast kunnen er ook psychische en sociale gevolgen van vallen zijn, zoals valangst (angst om te vallen), verlies van zelfvertrouwen, depressie en grotere zorgafhankelijkheid) en het vermijden van (deelname aan) activiteiten om vallen te voorkomen (Halfens et al 2007-2014). Beide kunnen leiden tot sociaal isolement. Ten slotte hebben valincidenten ook economische gevolgen (bv. hogere kost, opname woonzorgcentrum) (WHO 2007).